Bij de ‘Stichting Noordelijk Theater De Voorziening’ in Groningen word ik gevraagd de kostuums te ontwerpen voor ‘Figaro, Figaro, Figaro.
Het stuk is, voor de pauze, gebaseerd op De barbier van Sevilla* van Beaumarchais (1732-1799) en na de pauze op De scheiding van Figaro* in de versie van Ödön von Horváth (1901-1938). Bewerking en regie is in handen van Leo Hogenboom.
Voor ons ontwerpers (Henk Kraaijenzank, decor) is het een leuke opdracht. De overdaad van het eerste beeld ( de rijkdom van het Franse Hof) gaat over in kaalslag in het tweede beeld (na de Franse Revolutie). De acteurs krijgen allemaal één rijk kostuum, dat in lagen afgepeld wordt. De groots opgezette muziektheaterproductie gaat niet alleen in het oosten van het land spelen, maar ook in de randstad.
In het ochtendgloren reis ik af naar Groningen om één en ander zakelijk te bespreken. De no nonsense-ontvangst en het kopje automatenkoffie waarvoor ik een muntje dien te kopen vallen een beetje rauw op mijn maag na die lange reis, maar al gauw word ik warm onthaald door mijn opdrachtgever, regisseur Leo. En dan is alles ook weer vlot geregeld. We spreken af dat ik twee dagen per week aanwezig zal zijn, want ik heb nog een paar producties in voorbereiding en geef bovendien anderhalve dag per week les aan de kunstacademie in Amsterdam. Omdat het de eerste keer is dat ik bij dit gezelschap zo’n grote productie doe en het nogal ver van mijn woonplaats is, moet ik een oplossing zien te vinden voor de onderlinge communicatie. Het geluk is met mij. Ik vind Janet, de jonge talentvolle kostumière (zie blog 11), bereid twee maanden in Groningen te gaan wonen om op het atelier van het gezelschap de vervaardiging van de kostuums ter hand te nemen en te begeleiden.
Van tevoren maak ik grote tekeningen van alle personages in Rococo-kostuums voor het eerste deel. Ze zijn bedoeld als basis waarop het concept samen met de acteurs nog verder ontwikkeld gaat worden. Ik hang de tekeningen, in overleg met regisseur Leo, op in de repetitieruimte. Het werkt. Na een week of twee kunnen we aan de slag.
Samen met Janet koop ik prachtige stoffen en het maken van de kostuums is een feest. Als ik in Groningen op het atlier kom val ik in een warm bad, want ik hoef alleen nog maar mijn hoofd te breken over een knoopje hier, de lijn van een rok en een kunstbuikje daar.
Decor en kostuums worden goed op elkaar afgestemd. Decorontwerper Henk schildert het decor zelf en doet ook het lichtontwerp. Heel af en toe zie ik een repetitie of een doorloop.
Acteurs komen doorpassen, krijgen mooie pruiken op en de mooiste hoeden worden speciaal vervaardigd. In de generale week komt alles bij elkaar en op de doorloop ziet het er echt prachtig uit. Hier en daar zie je nog wel scenes waar wat aan gewerkt moet worden. Er heerst de gebruikelijke nervositeit voor een première. Die komt en het loopt. De sfeer op de nazit is wat loom. Iedereen is moe. Dan verschijnen de recensies.
Kritisch en hard in de dagbladen van het oosten. Dat valt tegen. De landelijke bladen zijn wat milder en dat valt dan weer mee. Cast en crew blijven vol goede moed. Een week extra repeteren moet de ruwe kantjes er wel vanaf kunnen slijpen.
Helaas. Het mag allemaal niet baten. De zakelijke leiding stopt alles. Het stuk is nooit meer gespeeld.
De kostuums belanden in de kleedkist. Heel soms zie ik in de jaren erna nog wel eens een onderdeel verschijnen, in een ander stuk. Prachtig, maar het blijft een verloren kind.
Twee maanden later bezoek ik met de jonge Janet een congres in Parijs over modestoffen en computers. Al op de eerste dag lopen we tegen de nog iets jongere Alexander aan en bij hem is het liefde op het eerste gezicht. Elk weekend rijdt hij in zijn Porsche van Duitsland naar Haarlem om zijn geliefde te overtuigen van zijn oprechtheid. En hoe zelfstandig en ambitieus Janet ook is: zij verliest zichzelf en ik haar aan deze zoon van een rijke Duitse stoffenfabrikant. Liefde en zaken, ze gaan vaak hand in hand. Toch mooi als De Liefde overwint.
*Voor de pauze: (het huis van graaf Almaviva) Graaf Almaviva is verliefd op Rosina, die woont bij haar voogd, die zelf met haar wil trouwen. De graaf vraagt Figaro plannen te smeden om het hart van Rosina te openen. Veel mislukt, maar uiteindelijk trouwen de geliefden.
*Na de pauze: (Horvath ) De graaf en zijn vrouw zijn al jaren op de vlucht en oud en verarmd. Figaro en zijn vrouw Suzanne verzorgen hen maar er is geen geld meer en Figaro besluit zich te vestigen als kapper. Suzanne vindt het verraad, ze scheiden en ze woont zelfs een tijdje in een verdacht hotel. Uiteindelijk is er een verzoening en overwint de liefde.