Terugblikken 28 Yvonne/ Auteur: Gombrowitcz/ Gezelschap: Art&Pro 1991

 

 De toneelstukken van schrijver Gombrowicz, Pools avantgardist zijn absurdistisch en worden vaak vergeleken met de stukken van o.a. Kafka, Becket en Ionesco.

’Yvonne’ gaat over een meisje dat niet spreken kan. Het is zijn eerste toneelstuk en hij schreef het in 1938. Als het stuk opent zien we twee tantes met hun nichtje Yvonne. Een lelijk bebrild wezen. De tantes dragen een vogelkooi met zich mee en spreken tot de vogel, hoewel ze het eigenlijk over Yvonne hebben. Yvonne kijkt slechts naar de vogels in de lucht. De tantes willen van haar af. Zij komen een jonge man tegen. Misschien iets voor hun Yvonne. Hij blijkt een prins te zijn en dan zijn we aan het hof, waar koning en koningin en prins resideren met prinsvrienden en een kamerheer.

 De leden van het hof proberen Yvonne aan het spreken te krijgen, maar zij geeft geen kik. Geërgerd vergeten zij hun mores en behandelen Yvonne als oud vuil. De prins lijkt even echt geïnteresseerd in het zuivere schepsel dat Yvonne vertegenwoordigt, maar ook hij keert al snel weer terug naar zijn eigen soort mensen.

Omdat zij niet ondergeschikt gemaakt kan worden aan de regels van het spel besluiten de koning en zijn kamerheer om haar ‘op te ruimen’. Zij nodigen haar uit aan te zitten bij het diner. Yvonne, de kunst van het viseten niet machtig, verslikt zich in een graat van een baars en sterft.

 Ik ben gevraagd de kostuums te ontwerpen. Met in mijn hoofd het originele stuk heb ik al één en ander geschetst: gespreksstof dus.

Regisseur en bewerker Guy Joosten houdt erg van een goede planning en dat is natuurlijk altijd welkom voor een ontwerper. Ik reis samen met hem naar Duitsland voor een ontmoeting met de decorontwerper, de architect Hans Dieter Schaal. Die heeft zijn concept al tamelijk ver ontwikkeld. Het wordt een dakterras, in wit. Vogelhuisjes op lange palen bovenop. De maquette is uitgevoerd door één van zijn studenten. Hij laat me zijn huis zien. Ik voel me een Alice in Wonderland. In elke kamer van zijn grote buitenhuis/ boerderij staat een maquette, waaraan gewerkt wordt door wéér andere studenten.

De maquettes, voornamelijk voor operavoorstellingen, zijn allemaal wit. Heel welkom voor uitbundige kostuums. Het dakterras als locatie voor het stuk ‘Yvonne’ is vooral om de rol van Yvonne gekozen. In deze versie is zij niet lelijk! Het enige bijzondere aan haar is dat ze zwijgt en graag bij de vogels zit. Aldus zittend tussen de vogelhuisjes van het dakterras, wordt ze ontdekt door een verwend gezelschap feestgangers dat even uit komt blazen. Het gezelschap is niet van koninklijke bloede,  maar wel zijn ze als zodanig verkleed en ‘spelen’ zij koning, koningin, prins, kamerheer en hofdames.  De rollen van de harteloze tantes van Yvonne uit het origineel zijn omgezet naar die van een kouwe kakdames in dit bourgois gezelschap, die smachten naar de rijke prinsenzoon als echtgenoot. Alle redenen dus om Yvonne als concurrente te zien.
 Ik teken verder, maak sfeerbeelden en groepsbeelden die aansluiten op het concept van de nieuwe bewerking. Ik gebruik graag allerlei verschillende technieken en verschillende materialen.

Pas daarna ga ik over op de kostuumontwerpen zelf.
Meestal pak ik dan, net als bij de allereerste schetsen, weer het liefst een potlood, pen, inkt en kleurdoos, want het moet snel gaan. Maar zelfs dit duurt me wel eens te lang, want ik wil toch van die ontwerpen weer een fijne tekening maken. Zou het sneller kunnen?
Mijn computer is nog steeds een bron van ontdekkingen (het is 1991), dus ik probeer gebruik te maken van een voor mij nieuwe techniek die ik aan het leren ben: Photoshop
Ik maak foto’s van de acteurs. De foto’s bewerk ik zodanig dat er een totaal ontstaat en een portret op A4 in zwart wit.
Het liefst zou ik de kledingontwerpen die op deze ‘mallen’moeten komen op het aangeschafte computer/tekentablet maken, maar de traagheid waarmee de op het tablet getekende lijnen verschijnen op het scherm is dan in 1991 nog zodanig dat het niet werkt voor mij.
Dus print ik de portretten met een grafisch filter uit op meerdere A4-tjes. Dat worden ‘de mallen’ waarop ik de ontwerpen snel met de hand kan intekenen. Kleine kopjes voor het kostuum en groter voor kap en grime.
Het verrassende is dat mijn produktie groter wordt en meer gericht op waar het om gaat: niet de tekening, maar het ontwerp.

De damesjurken worden allemaal uitgevoerd (door Marietje Snitjer) in verschillende opvallende kleuren zijde, en worden versierd met met de hand aangebrachte bloemen, struisveren en borduursels. De creaties zien er uit als couturejurken voor hedendaagse (1991) prinsessen en aanverwanten.
Alle ‘groepsleden’ worden verder qua uiterlijk wat karikaturaal aangezet, om de tegenstelling met de eenvoudige (hier niet lelijke) Yvonne, visueel extra duidelijk te maken.
Vooral bij het bedenken van kapsel en grime is het resultaat van deze werkwijze heel direct. Uiteraard verwerkt de grimeur Arjen van de Grijn die ontwerpen weer op zijn eigen manier. En dat is deze huid-en haarkunstenaar, zoals we weten, zeker toevertrouwd.
 Het licht op het toneel was van Steven Kemp.